Iridium
    Je lijkt een browser te gebruiken die niet wordt ondersteund

    Verouderde browsers kunnen je computer blootstellen aan veiligheidsrisico's. Om onze site optimaal te kunnen gebruiken, moet je upgraden naar een nieuwere browser.

    Op deze pagina vind je het antwoord op de meest gestelde vragen over je radiotherapiebehandeling. Mocht je toch nog vragen of opmerkingen hebben, dan kan je altijd terecht bij een van onze medewerkers. Zij zullen je graag met je vragen helpen.

    Vragen over radiotherapie

    Ja, je kan iemand meenemen ter ondersteuning, ook bij de gesprekken met de radiotherapeut. Zo kan je de informatie later nog eens samen doornemen. Tijdens de bestralingssessies verblijft je begeleider wel in een andere ruimte, om te voorkomen dat hij of zij aan de straling wordt blootgesteld.

    Voor uitwendige bestraling hoef je meestal niet opgenomen te worden. Voor inwendige bestraling soms wel. Indien je samen met de bestralingen ook chemotherapie krijgt toegediend, moet je hiervoor soms opgenomen worden.

    Het bestralen doet geen pijn. Je voelt, ruikt of ziet er niets van. Na de behandeling ben je ook niet radioactief.

    Vragen over je behandeling kan je stellen aan onze verpleegkundigen en technologen. Met vragen over je ziekte kan je bij je radiotherapeut terecht

     

    De duur van de behandeling zegt niets over de ernst van de aandoening.

    Spannende kleding kan irritatie veroorzaken op de bestraalde plaatsen. Dit is eveneens het geval bij sommige synthetische stoffen. Daarom raden we aan om losse, ruime en gemakkelijk te onderhouden katoenen kleding te dragen. 

    Dat hangt af van het gedeelte van je lichaam dat behandeld wordt. Het is aangeraden om zachte toiletproducten te gebruiken zonder detergenten. Neem bij voorkeur een douche en geen bad. Het behandelde gebied mag je wassen met een PH neutrale zeep, zeep zonder zeep genoemd. Wrijf de huid niet droog, maar dep de huid droog met een zachte handdoek..

    In sommige gevallen (na heelkunde) is het nodig om een tijd te wachten alvorens de behandeling te starten, om de wonde beter te laten genezen.

    Na het uitvoeren van de simulatie wordt je bestralingsbehandeling opgesteld. Dit plan is patiëntgebonden waardoor de periode tussen de simulatie en de aanvang van de behandeling voor elke patiënt verschillend kan zijn.

    Het medisch toezicht stopt niet na het beëindigen van de radiotherapie. Na het beëindigen van je behandeling, zal je steeds voor verdere opvolging terug naar je eigen specialist worden doorverwezen.

    Vermoeidheid is niet alleen een gevolg van de bestraling, maar kan ook te wijten zijn aan spanning of slaapstoornissen. Het kan ook een symptoom van een depressie zijn. Naargelang de oorzaak luidt het advies anders: bij slaapstoornissen doe je geen middagdutje, bij een depressie slaap je best niet langer dan gewoonlijk en over het algemeen zijn veel lichaamsbeweging en eventuele conditietraining veel effectiever tegen vermoeidheid dan 'veel rusten'.

    Dit is in principe niet wenselijk en kan slechts mits toestemming van je arts.

    Ja, zodra de radiotherapie beëindigd is. De behandelende arts of de radiotherapeut-oncoloog zullen aangeven welke voorzorgsmaatregelen je moet nemen. Ze kunnen zo nodig contact opnemen met een arts in de buurt van je vakantieverblijf.
    Als je naar een zonnige streek reist, moet je beslist vermijden de bestraalde lichaamsdelen aan de zon bloot te stellen, vooral het eerste jaar na de bestraling. Als je naar het buitenland vertrekt, is het raadzaam inlichtingen in te winnen inzake sociale zekerheid, verzekeringen, enzovoort.

    De voeding moet veelzijdig en evenwichtig zijn. Soms kan men je vragen je eetgewoonten aan te passen. Het is raadzaam langzaam te eten, vette spijzen te vermijden en geen gekruide, zure, alcoholhoudende of zeer warme gerechten te eten. Eet bij voorkeur wat vaker kleinere hoeveelheden. Je radiotherapeut-oncoloog of een diëtist(e) kan je meer raad geven.

    De arts kan je aangepaste medicatie voorschrijven. Soms voel je je beter als je een lichte maaltijd nuttigt voor een bestraling.

    Om zich te kunnen verdedigen tegen de ziekte heeft je lichaam extra calorieën nodig. Een beetje lichaamsbeweging kan je eetlust stimuleren. Probeer om meermalen per dag kleine hoeveelheden te eten en laat je leiden door je eetlust. Indien nodig, kan je geneesheer of een diëtist(e) je verder helpen.

    Bij het begin van de behandeling meld je aan de behandelende radiotherapeut-oncoloog welke medicatie je neemt. Hij/zij zal beslissen of je medicatie gewijzigd moet worden.
    In de meeste gevallen wordt het innemen van geneesmiddelen die voorgeschreven zijn door je behandelende arts of specialist niet onderbroken. Mochten er problemen zijn, dan zullen je radiotherapeut-oncoloog en je behandelend arts samen een oplossing zoeken.

    Wettelijk heb je recht op volledige werkonbekwaamheid. De effecten van radiotherapie kunnen echter van persoon tot persoon heel sterk verschillen. Sommige mensen voelen zich zelfs beter wanneer ze hun werkzaamheden geheel of gedeeltelijk verderzetten. Vraag je werkgever eventueel om je uurrooster aan te passen.

    Een aantal patiënten ondervindt een wijziging in hun lustgevoelens en hun seksuele relaties gedurende de behandeling. Als er problemen zijn, aarzel dan niet om erover te praten. Er zijn bevoegde personen om je te helpen. Als bij vrouwen het bekken bestraald wordt, raden we meestal aan gedurende de behandeling en in de periode onmiddellijk daarna geen seksuele betrekkingen te hebben. Irritatie van de slijmvliezen kan de oorzaak zijn van pijn tijdens de betrekkingen.

    Bepaalde bestralingen op het bekken kunnen inderdaad tijdelijke of blijvende steriliteit met zich meebrengen. Bij vrouwen stoppen meestal de maandstonden en treden er nog andere symptomen op van de menopauze. Een vervangingsbehandeling kan meestal worden voorgesteld.

    Bij bestraling op de geslachtsorganen vermindert bij mannen het aantal spermatozoïden en hun vruchtbaarheid. Als je nog kinderen wenst en vreest dat de behandeling je steriel zal maken, is het mogelijk om sperma te laten invriezen alvorens met je behandeling te starten. Voor vrouwen bestaat de mogelijkheid eicellen te laten invriezen.

    Radiotherapie is een plaatselijke behandeling. Ze werkt enkel in op de bestraalde zone. Chemotherapie is actief over het hele lichaam en verhindert de verspreiding van kwaadaardige cellen. Indien chemotherapie voorgeschreven wordt, kan ze voor, tijdens of na de bestraling plaatsvinden.

    • Iridium Netwerk vzw • Oosterveldlaan 22 • 2610 Antwerpen • BE 0885.546.553 RPR Antwerpen • +32 3 443 37 37 • secretariaat@iridiumnetwerk.be • www.iridiumnetwerk.be
      AZ Klina • AZ Monica • AZ Rivierenland • AZ Voorkempen • GZA Ziekenhuizen • UZA • Vitaz • ZNA

    • Disclaimer
    • Cookies
    • Privacy