Behandeling: uitwendige bestraling bij prostaatkanker
Prostaatkanker ontstaat wanneer kwaadaardige tumoren zich vormen in de prostaat. Prostaatkanker is de meest voorkomende kanker bij mannen in België.
Bij de behandeling van prostaatkanker kan er afhankelijk van het stadium gekozen worden tussen verschillende opties, zoals chirurgie, uitwendige bestraling of inwendige bestraling (brachytherapie). Soms kan het daarnaast nodig zijn te bestralen na operatieve verwijdering van de prostaat (i.e. op de prostaatloge). Dit doen we als er een vermoeden bestaat dat er nog tumorcellen achter zijn gebleven.
Praktisch
Simulatie
Bestraling
Mogelijke reacties van het lichaam
Bestraling werkt alleen in het gebied van het lichaam dat bestraald wordt. Afhankelijk van de plaats die bestraald wordt, kunnen lokaal bijwerkingen optreden. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. De ernst van eventuele bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling. Als men geen bijwerkingen heeft, betekent dit niet dat de bestraling geen resultaat heeft. Acute bijwerkingen ontstaan tijdens de bestralingen en genezen nadat de bestralingen afgerond zijn. Dit kan wel enkele weken duren.
De prostaat ligt tussen de endeldarm (rectum) en de blaas. Ondanks het gebruik van de meest geavanceerde bestralingstechniek die momenteel voorhanden is (zgn. rotationele intensiteits-gemoduleerde bestraling) is het onmogelijk om beide organen volledig te sparen van straling.
Uiteraard wordt de dosis op de gezonde weefsels zoveel mogelijk beperkt. Toch zijn bepaalde klachten tijdens en kort na de bestraling vaak onvermijdelijk.
Gastro-intestinale klachten
Door de dosis op de endeldarm kan er een ontsteking van het darmslijmvlies ontstaan, zgn. radiorectitis. Hierdoor kunnen patiënten klagen van frequentere en lossere stoelgang. Eventueel kan er ook slijm- en, in sommige gevallen, bloedbijmenging optreden.
Indien de klierstreken in het bekken mee bestraald dienen te worden (zogenaamde pelvische bestraling) kunnen ook stukken van de dunne darm mee in het bestralingsveld liggen en zijn de maag-darm klachten mogelijk wat meer uitgesproken, met bv. echte diarree. In dat geval kunnen ook darmkrampen optreden en zelfs lichte misselijkheid.
Deze gastro-intestinale last start meestal vanaf de 3de of 4de week van de bestraling en kan tot enkele weken na het stoppen ervan aanslepen.
Aanbevelingen:
Urogenitale klachten
Door de dosis op de blaas en urethra kan er ook een ontsteking van het blaasslijmvlies ontstaan, zgn. radiocystitis. Hierdoor kunnen patiënten klagen van frequenter plassen, pijn bij het plassen, en verminderde controle of continentie. Dit is een tijdelijk fenomeen dat meestal begint vanaf de 2de of 3de week van de bestraling maar tot enkele weken of zelfs maanden na het stoppen van de bestraling kan aanslepen.
Aanbevelingen:
Erectiestoornissen zijn een belangrijk probleem bij elke behandeling voor prostaatkanker. Bespreek dit zeker met de arts indien men hierover meer informatie wenst. Op korte termijn kan bestraling de potentie verminderen of het herstel ervan na een chirurgische resectie van de prostaat (zogenaamde prostatectomie) vertragen. Zeker indien gecombineerd met hormonale therapie kan er ook een vermindering van het libido optreden. De zenuwen die instaan voor de erecties blijven bij bestralingen meestal gespaard. Het uiteindelijke herstel van de potentie hangt echter ook af van heel wat andere factoren, zoals de leeftijd, de erectiele functie vóór de behandeling, eventueel voorgaande of bijkomende heelkunde, hormonale therapie en psychologische factoren (vb. relatie met de partner, zelfbeeld, ...).
De spermaproducerende cellen in de teelballen zijn erg gevoelig aan bestraling. Hierdoor is minstens tijdelijke infertiliteit te verwachten. Indien dit relevant voor je is (m.a.w. men heeft nog een kinderwens), bespreekt men dit best vooraf met de arts.
Vermoeidheid
De mate waarin patiënten vermoeidheidsklachten hebben varieert en hangt af van de duur en het type behandeling. Meestal spreekt men van een algemene vermoeidheid die in het begin van behandeling af en toe aanwezig kan zijn en toeneemt naar het einde van de behandeling. De vermoeidheid kan nog enkele weken na de stop van de bestralingen aanslepen. Het belangrijkste is dat je naar je lichaam luistert en zo nodig bijvoorbeeld een middagpauze inlast. Probeer echter, als dat kan, een normaal dagritme aan te houden.
Late effecten
Buiten deze bijwerkingen die tijdens en kort na de bestraling optreden, heeft bestraling ook bijwerkingen die pas maanden tot jaren later duidelijk worden. Deze hebben veel minder de neiging om over te gaan. Men kan dit zien als een soort van littekenvorming.
Blaas
Sommige mensen moeten wat vaker plassen. Meld dit wel aan de behandelende arts omdat uitgezocht moet worden of het een gevolg is van de bestraling of dat er een andere oorzaak is.
Darmen
Soms is de ontlasting niet meer zoals vroeger, maar wat losser en/of frequenter. Vooral in het begin kan er ook wat slijm bij zijn, en later af en toe wat bloed. Dit laatste moet men wel altijd melden bij de behandelende arts.
Erectiele functie
Bestraling van de prostaat(loge) brengt een zeker risico op blijvende erectiele dysfunctie met zich mee.
Beperkt risico op secundaire tumoren
Elke bestraling brengt een beperkt risico op secundaire tumoren in het bestraalde gebied met zich mee. Dit uit zich pas na meerdere jaren en is vooral van belang bij jongere personen. Sowieso weegt dit theoretische risico niet op tegen de noodzaak van behandeling van de huidige ziekte.
Extra aandachtspunten
Onze artsen
urologie, borst
- 1st January, 2017
dr. Guido Buelens
Details en info
urologie
- 1st January, 2017
prof. dr. Piet Dirix
Details en info
thoracaal, huid, urologie
- 1st January, 2017
dr. Frederik Vandaele
Details en info
gynaecologie, hematologie, borst, centraal zenuwstelsel, maag-darm
- 1st January, 2017
dr. Carole Mercier
Details en info
urologie
- 1st January, 2017
prof. dr. Piet Ost
Details en info
Heb je nog vragen?
Neem contact op met de afdeling radiotherapie van het Iridium Netwerk:
- Campus Sint-Augustinus: 03/443 39 37
- Campus Vitaz: 03/760 73 86
- Campus AZ KLINA: 03/298 10 00
- Campus ZNA Jan Palfijn: 03/800 63 50
Deze websitepagina werd met zorg samengesteld en is zuiver informatief van aard. Aangezien de medische wetenschap zeer snel evolueert, kunnen geen garanties worden geboden m.b.t. de volledigheid van de inhoud van deze websitepagina. De informatie op deze websitepagina is algemeen van aard en dient te worden begrepen als aanvulling op de specifieke (mondelinge) informatie van de behandelend arts.
De medische praktijk is geen exacte wetenschap, waardoor een opsomming van mogelijke complicaties op deze websitepagina nooit volledig kan zijn. Door de arts kan geen verbintenis worden aangegaan over het uiteindelijke resultaat van de beschreven behandeling.