Iridium
    Je lijkt een browser te gebruiken die niet wordt ondersteund

    Verouderde browsers kunnen je computer blootstellen aan veiligheidsrisico's. Om onze site optimaal te kunnen gebruiken, moet je upgraden naar een nieuwere browser.

    Behandeling: bloed en lymfe

    Een lymfoom is een kanker die zich ontwikkelt uit een specifiek soort witte bloedlichaampjes. Het lymfoom, leukemie en het myeloom zijn binnen deze groep de drie vormen die het vaakst voorkomen. De witte bloedlichaampjes spelen een rol in de verdediging van ons lichaam tegen bepaalde ziektes en infecties (i.e. de afweer). Ze circuleren in een netwerk, het lymfesysteem. Lymfeklierkanker wordt onderverdeeld in Hodgkinlymfoom en non-Hodgkinlymfoom genoemd.

    Naargelang het ziektestadium en de vorm zal een behandeling op maat gegeven worden. Om een optimale genezingskans te bereiken zal gekozen worden voor een systeemtherapie, een bestraling of een combinatiebehandeling. In het kader van jouw behandeling is bestraling noodzakelijk. We geven op deze pagina enkele nuttige adviezen die kunnen helpen om problemen te voorkomen of bepaalde ongemakken te beperken.
    Iridium behandeling bloed en lymfe

    Bestraling bij lymfomen

    Mogelijke reacties van het lichaam op de bestralingsbehandeling

    Lymfomen komen meestal voor in lymfeklieren, maar soms ook in lymfoïde weefsel in organen, zoals de long, de milt, de hersenen, de huid. Lymfeklieren zijn verspreid over het hele lichaam. De klieren die meestal aangetast zijn, bevinden zich in de hals, de oksels, tussen de longen, in de buik of in de liezen. Andere plaatsen zijn ook mogelijk, maar minder frequent. Het kan gaan om aantasting van 1 lymfeklier, maar meestal zijn er meerdere klieren aangetast en mogelijk ook in meerdere lymfekliergebieden.

    Bestraling werkt alleen in het gebied van het lichaam dat bestraald wordt. Afhankelijk van de plaats die bestraald wordt, kunnen lokale bijwerkingen optreden. De klachten die op deze pagina vermeld staan, kunnen dus alleen optreden als het betreffende lichaamsdeel bestraald wordt. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. De ernst van eventuele bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling. Als je geen bijwerkingen hebt, betekent dit niet dat de radiotherapie geen resultaat heeft.


    Acute effecten

    Acute bijwerkingen ontstaan tijdens de bestralingen en genezen nadat de bestralingen afgerond zijn. Dit kan wel enkele weken duren.
    Haarverlies
    Bij radiotherapie ter hoogte van de schedel of de behaarde huid kan haaruitval optreden. Je kan gedeeltelijk of volledig het haar verliezen. Het haarverlies begint meestal 3 tot 4 weken na de start van de behandeling. Je zal het haarverlies vooral merken tijdens het kammen of borstelen en op het hoofdkussen. Dit haarverlies is meestal van tijdelijke aard. Meestal begint het haar 2 tot 3 maanden na het einde van de behandeling opnieuw te groeien, soms vroeger. De kleur of de structuur van het haar kan in het begin anders zijn.
    Huidreacties
    Uitwendige stralen gaan onvermijdelijk eerst door de huid vooraleer het het eigenlijke stralingsdoel in het lichaam bereikt. Door de behandeling kan de huid droger en gevoeliger worden. De bestraalde huid kan gaan jeuken en licht rood verkleuren. Huidreacties ontstaan gewoonlijk rond de 3e week na start van de behandeling. In zeldzame gevallen kan de huid aangetast worden waardoor er vochtige plekken ontstaan. Deze laatste klachten treden vooral op in de huidplooien (typisch in de hals, de oksel of de lies). De huid begint zich weer te herstellen 1 à 2 weken na de laatste bestraling.
    Aanbevelingen:
    Deze aanbevelingen gelden enkel voor de plaatsen waar je bestraald wordt. Het is niet noodzakelijk de rest van het lichaam op dezelfde manier te verzorgen. Blijf deze aanbevelingen ook de eerste weken na de behandeling toepassen tot de huid volledig hersteld is.
    • Gebruik liever lauw dan warm water bij het wassen. Warm water maakt de huid namelijk droger. Gebruik geen zeep. Dit droogt de huid verder uit.
    • Smeer de huid meerdere keren per dag in met een vocht-inbrengende crème. We geven de voorkeur aan Flamigel®: je krijgt deze mee bij de simulatie.
    • Vermijd krabben of wrijven bij een branderig of jeukend gevoel.
    • Bescherm de huid tegen rechtstreeks zonlicht. Gebruik zonnecrème wanneer je in de zon komt.
    Sliklast
    De slokdarm loopt tussen de klieren in de hals en tussen de longen naar de maag. Bij bestraling in deze regio kan je na 2 à 3 weken een periode van sliklast ervaren. Als je voedsel of vloeistoffen doorslikt, kan dit pijnlijk zijn. Deze klachten duren doorgaans 2 à 3 weken en gaan vanzelf over. Bij veel last kan je een pijnstillende gel of pijnstillers voorgeschreven krijgen door de arts.
    Verminderde eetlust, misselijkheid en braken
    Bij bestraling van de hersenen, de maag of de buik kan er misselijkheid en braken ontstaan. Dit kan al op de eerste dag van de bestralingen optreden. De klachten verdwijnen vanzelf na één of enkele weken.
    Aanbevelingen:
    • Als je misselijk bent, kan je Primperan® of Litican® gebruiken. Deze medicijnen mogen samen met andere medicatie genomen worden. De standaarddosis voor alle drie deze middelen is driemaal daags vóór de maaltijd. Er bestaan smelttabletten, tabletten, siroop en suppositoria, wat soms handig kan zijn. Indien nodig zal de arts sterkere antibraakmiddelen voorschrijven zoals Ondansetron®. Obstipatie (verstopping) komt voor als je gedurende meerdere dagen deze middelen gebruikt. Een mild laxeermiddel kan dan nuttig zijn. Soms kan milde hoofdpijn optreden als nevenwerking.
    • Drink voldoende, minstens 1 à 1,5 liter per dag.
    Vermoeidheid
    De bestralingsbehandeling kan leiden tot belangrijke vermoeidheidsklachten. Meestal hebben patiënten in het begin van de behandeling af en toe last van een algemene vermoeidheid. Deze vermoeidheid neemt vaak toe naar het einde van de behandeling. De vermoeidheid kan weken tot maanden na het stoppen van de bestraling aanslepen. Het belangrijkste is dat je naar je lichaam luistert en zo nodig een pauze inlast. Probeer echter indien mogelijk een normaal dagritme aan te houden. Het hebben en onderhouden van een goede lichamelijke conditie is het beste middel tegen vermoeidheid. Vraag meer info bij de behandelend arts indien men hier begeleiding bij wenst.


    Late effecten

    Late bijwerkingen treden maanden tot vele jaren na de behandeling op. Deze genezen in principe niet en kunnen uiteindelijk veel problemen geven, vooral bij bestraling op jonge leeftijd. De meest bekende problemen zijn hart- en vaatschade (bij bestralingen in de buurt van het hart) en het ontwikkelen van tweede kankers, zoals longkanker of borstkanker. De kans op het krijgen van ‘normaal’ voorkomende kankers is soms verhoogd. Vraag je arts voor meer informatie.

    Met moderne radiotherapie proberen we steeds de kans op late effecten zo klein mogelijk te houden. Je kan hier zelf ook een bijdrage aan leveren door zo gezond mogelijk te leven: gevarieerd eten, regelmatig bewegen (ten minste een half uur per dag een matige-grote inspanning leveren), beperkt alcoholgebruik en vooral niet roken. Indien je rookt en hulp nodig heeft bij het stoppen, kan je je wenden tot het rookstop programma van het ziekenhuis.

    Extra aandachtspunten

    • Radiotherapie kan ernstige gezondheidsschade toebrengen aan een foetus. Daarom mag je zeker niet zwanger zijn of worden tijdens de bestralingsbehandeling. Breng je arts onmiddellijk op de hoogte bij een mogelijke zwangerschap, ook als deze nog niet bevestigd is.
    • Breng ons op de hoogte als je een pacemaker / defibrillator / neurostimulator of een ander elektronisch apparaat in het lichaam draagt. Enerzijds kunnen door de bestralingsapparatuur elektromagnetische stoorsignalen verzonden worden die kunnen interfereren met het elektronisch apparaat in het lichaam. Anderzijds kan het apparaat schade oplopen als gevolg van de sterke energierijke straling.

    Onze artsen

    Heb je nog vragen?

    Neem contact op met de afdeling radiotherapie van het Iridium Netwerk:   
     

    • Campus Sint-Augustinus: 03/443 39 37
    • Campus Vitaz: 03/760 73 86 
    • Campus AZ KLINA: 03/298 10 00 
    • Campus ZNA Jan Palfijn: 03/800 63 50

    Deze websitepagina werd met zorg samengesteld en is zuiver informatief van aard. Aangezien de medische wetenschap zeer snel evolueert, kunnen geen garanties worden geboden m.b.t. de volledigheid van de inhoud van deze websitepagina. De informatie op deze websitepagina is algemeen van aard en dient te worden begrepen als aanvulling op de specifieke (mondelinge) informatie van de behandelend arts.

    De medische praktijk is geen exacte wetenschap, waardoor een opsomming van mogelijke complicaties op deze websitepagina nooit volledig kan zijn. Door de arts kan geen verbintenis worden aangegaan over het uiteindelijke resultaat van de beschreven behandeling.

    • Iridium Netwerk vzw • Oosterveldlaan 22 • 2610 Antwerpen • BE 0885.546.553 RPR Antwerpen • +32 3 443 37 37 • secretariaat@iridiumnetwerk.be • www.iridiumnetwerk.be
      AZ Klina • AZ Monica • AZ Rivierenland • AZ Voorkempen • GZA Ziekenhuizen • UZA • Vitaz • ZNA

    • Disclaimer
    • Cookies
    • Privacy