Iridium
    Je lijkt een browser te gebruiken die niet wordt ondersteund

    Verouderde browsers kunnen je computer blootstellen aan veiligheidsrisico's. Om onze site optimaal te kunnen gebruiken, moet je upgraden naar een nieuwere browser.

    bestraling longtumoren

    Behandeling: stereotactische bestraling (SBRT) voor longletsels

    In het kader van jouw behandeling voor een tumor in de longen is stereotactische bestraling noodzakelijk. We geven op deze pagina enkele nuttige adviezen die je kunnen helpen om problemen te voorkomen of bepaalde ongemakken te beperken.

    Stereotactische bestraling (SBRT) voor longletsels
    Stereotactische bestraling is een bestralingstechniek waarmee we zeer gericht en nauwkeurig een beperkt deel van de longen (bv. longtumor of longmetastase) kunnen bestralen.
    Wanneer passen we deze behandeling toe?
    We stelden bij jou de diagnose van een kwaadaardige longtumor, of van één of enkele uitzaaiingen in de longen van een kwaadaardige tumor.

    Met uitwendige bestraling (bestraling) willen we zoveel mogelijk kankercellen vernietigen en daarbij zoveel mogelijk gezonde cellen sparen. We passen deze behandeling toe bij longkanker of uitzaaiingen in de longen. Daarmee willen we de tumor vernietigen of inactief maken.

    Door middel van hoog gedoseerde beeldgeleide stereotactische bestraling kan men in een beperkt aantal toedieningen, oftewel “fracties”, en met een erg hoge bestralingsdosis per keer het longletsel radicaal behandelen. Door de hoge precisie komt er veel straling in de tumor en weinig straling in het gezonde weefsel eromheen. Het nut en de veiligheid daarvan werd reeds aangetoond. De geïntensifieerde bestraling wordt op veilige wijze uitgevoerd met behulp van de modernste bestralingstechnieken.
    Wens je meer uitleg of heb je specifieke vragen, aarzel dan niet om je arts of verpleegkundige hierover aan te spreken. Zij zullen jou graag helpen.

    Hoe verloopt een stereotactische bestralingsbehandeling?

    Op het multidisciplinair oncologisch overleg (MOC) beslissen we of je in aanmerking komt voor een stereotactische behandeling. Je wordt daarover ingelicht op de consultatie, waar we je ook informeren over de praktische procedure. Die omhelst enerzijds de voorbereiding (CT-simulatie) en anderzijds de eigenlijke bestraling. We leggen de verschillende stappen hieronder graag meer in detail uit.


    CT-simulatie
    Ter voorbereiding van de bestralingsbehandeling gebeurt een CT-simulatie op de dienst bestraling. Daarbij zoeken we eerst een stabiele en comfortabele houding waarin de bestralingsbehandeling zal doorgaan, standaard is dit op de rug met de armen boven het hoofd in een steun of met de armen naast het lichaam.

    Vervolgens nemen we een CT-scan om de bestralingsbehandeling individueel op maat te kunnen plannen. Je moet voor deze scan niet nuchter zijn. Door een gordel te plaatsen rond de romp of buik kunnen we tijdens de scan de beweging van het letsel tijdens de ademhaling meten. Je blijft dan best rustig en regelmatig doorademen.
    Bestralingsplan
    Tussen de voorbereiding en de eigenlijke bestraling zitten ongeveer twee weken. Deze tijd gebruiken we om het bestralingsplan te maken en de nodige kwaliteitscontroles uit te voeren. Bij deze bestralingsplanning bepalen we definitief uit hoeveel bestralingssessies de behandeling zal bestaan (meestal drie tot acht sessies). In de meeste gevallen kunnen we reeds op voorhand goed inschatten hoeveel sessies nodig zullen zijn.
    Bestralingstafel
    Bij de bestralingsbehandeling zelf installeren onze verpleegkundigen en technologen je op de bestralingstafel. We gebruiken verschillende systemen om te controleren of je lichaam in de juiste positie ligt. Er is een infraroodsysteem dat continu je lichaam scant en de minste beweging detecteert. Daarnaast nemen we met het bestralingstoestel zelf een CT-scan, op basis waarvan de bestralingstafel automatisch naar de juiste positie verschuift. Daarna volgt een tweede CT-scan om deze verschuiving te controleren.
    Bestraling
    Nadien volgt de eigenlijke bestraling. Daarbij draait het bestralingstoestel in een boog rond je lichaam. Meestal worden ongeveer 2 à 3 bogen toegediend. De bestralingstafel kan voor elke boog in een andere positie worden gezet. Gemiddeld duurt de hele behandeling (positiecontrole en bestraling) ongeveer 30 minuten. Deze behandeling verloopt volledig pijnloos. Hoewel je alleen in de behandelkamer bent, blijf je via een microfoon in contact met de verpleegkundigen en technologen en word je bewaakt door een camera.
    Bezoek arts
    Na de (laatste sessie van de) bestraling zie je je arts.
    Bijwerkingen
    De radiotherapeut heeft met je besproken welke bijwerkingen je mogelijk kan verwachten. Deze zijn meestal beperkt en slechts tijdelijk. De meest voorkomende klachten zijn: 

    • Vermoeidheidsklachten: Moeheid verdwijnt sneller als je regelmatig beweegt.
    • Longen: Prikkelhoest en/of kortademigheid kan optreden tijdens of kort na de bestralingsbehandeling. Enkele maanden na de bestraling bestaat er een kleine kans op radiopneumonitis. Dit uit zich meestal in een droge hoest die aanleiding kan geven tot kortademigheid. Er treedt hierbij geen koorts op. Contacteer je behandelende arts indien je deze klachten ervaart. Dit is in principe tijdelijk en wordt behandeld met corticosteroïden onder de vorm van een inhalator (puffer) of tabletjes.
    • Pijnlijke rib: Deze pijnklachten ontstaan eerder pas enkele maanden tot 2 jaar na de behandeling en treden eerder bij de minderheid van de gevallen op. Hiervoor kan je tijdelijk pijnstillers innemen. 
    • Slikklachten: Als je slokdarm in het bestralingsgebied ligt, kan je tijdelijk pijn krijgen bij het slikken door irritatie van de slijmvliezen. 
    • Roodheid van de behandelde huid en jeuk: Ga niet in de zon met de behandelde huid tijdens de hele behandeling en gebruik tot een paar maanden na de behandeling zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor. 

    Als je last krijgt van bijwerkingen, bespreek deze dan met je behandelend arts. Vaak is er iets aan de klachten te doen. 

    Opvolging na de behandeling

    De verdere controles gebeuren meestal bij je longarts of andere verwijzende specialist.


    Bij kwaadaardige letsels wordt het effect van de bestraling pas merkbaar na enkele weken tot maanden. We raden aan om na drie maanden een CT-scan te laten uitvoeren ter controle, om het/de bestraalde letsel(s) op te volgen.

    Onze artsen

    Heb je nog vragen?

    Neem contact op met de afdeling bestraling van het Iridium Netwerk:   
     

    • Campus Sint-Augustinus: 03/443 39 37
    • Campus Vitaz: 03/760 73 86 
    • Campus AZ KLINA: 03/298 10 00 
    • Campus ZNA Jan Palfijn: 03/800 63 50

    Deze websitepagina werd met zorg samengesteld en is zuiver informatief van aard. Aangezien de medische wetenschap zeer snel evolueert, kunnen geen garanties worden geboden m.b.t. de volledigheid van de inhoud van deze websitepagina. De informatie op deze websitepagina is algemeen van aard en dient te worden begrepen als aanvulling op de specifieke (mondelinge) informatie van de behandelend arts.

    De medische praktijk is geen exacte wetenschap, waardoor een opsomming van mogelijke complicaties op deze websitepagina nooit volledig kan zijn. Door de arts kan geen verbintenis worden aangegaan over het uiteindelijke resultaat van de beschreven behandeling.

    • Iridium Netwerk vzw • Oosterveldlaan 22 • 2610 Antwerpen • BE 0885.546.553 RPR Antwerpen • +32 3 443 37 37 • secretariaat@iridiumnetwerk.be • www.iridiumnetwerk.be
      AZ Klina • AZ Monica • AZ Rivierenland • AZ Voorkempen • GZA Ziekenhuizen • UZA • Vitaz • ZNA

    • Disclaimer
    • Cookies
    • Privacy