Behandeling: stereotactische bestraling (SBRT) voor longtumoren

In het kader van jouw behandeling voor een tumor in de longen is stereotactische bestraling noodzakelijk. We geven op deze pagina enkele nuttige adviezen die je kunnen helpen om problemen te voorkomen of bepaalde ongemakken te beperken.
Stereotactische bestraling (SBRT) voor longtumoren
Wanneer passen we deze behandeling toe?
Er zijn verschillende soorten longkanker. De verschillende soorten longkanker ontstaan op verschillende manieren en worden ook op verschillende manieren behandeld.
Er zijn twee hoofdgroepen:
Niet-kleincellige longkanker: Dit is de meest voorkomende variant van longkanker. Niet-kleincellige longkanker groeit relatief langzaam.
Kleincellige longkanker: Ongeveer 10-15 % van de mensen met longkanker heeft kleincellige longkanker. Bij deze soort kunnen de kankercellen zich veel sneller delen dan bij niet-kleincellige longkanker.
Bij de behandeling van longkanker wordt er afhankelijk van het stadium van de longkanker gekozen tussen verschillende opties. Stereotactische bestraling is een bestralingstechniek waarmee we zeer gericht en nauwkeurig een beperkt deel van de longen kunnen bestralen.
Hoe verloopt een stereotactische bestralingsbehandeling?
CT-simulatie
Vervolgens nemen we een CT-scan om de bestralingsbehandeling individueel op maat te kunnen plannen. Je moet voor deze scan niet nuchter zijn. Door een gordel te plaatsen rond de romp of buik kunnen we tijdens de scan de beweging van het letsel tijdens de ademhaling meten. Je blijft dan best rustig en regelmatig doorademen.
Bestralingsplan
Tussen de voorbereiding en de eigenlijke bestraling zitten ongeveer twee weken. Deze tijd gebruiken we om het bestralingsplan te maken en de nodige kwaliteitscontroles uit te voeren. Bij deze bestralingsplanning bepalen we definitief uit hoeveel bestralingssessies de behandeling zal bestaan (meestal één tot acht sessies). In de meeste gevallen kunnen we reeds op voorhand goed inschatten hoeveel sessies nodig zullen zijn.
Bestralingstafel
Bestraling
Bezoek arts
Bijwerkingen
De radiotherapeut heeft met je besproken welke bijwerkingen je mogelijk kan verwachten. Deze zijn meestal beperkt en slechts tijdelijk. Dit zijn de meest voorkomende:
- Vermoeidheidsklachten: De mate waarin patiënten vermoeidheidsklachten hebben varieert en hangt af van de duur en het type van de behandeling. Meestal spreekt men van een algemene vermoeidheid die in het begin van de behandeling af en toe aanwezig kan zijn en toeneemt naar het einde van de behandeling. De vermoeidheid kan nog enkele weken na stop van de bestralingen aanslepen. Het belangrijkste is dat je naar je lichaam luistert en zo nodig bijvoorbeeld een middagpauze inlast. Probeer een normaal dagritme aan te houden, indien dit enigszins mogelijk is.
- Longen: Prikkelhoest en/of kortademigheid kan optreden tijdens of kort na de bestralingsbehandeling. Enkele maanden na de bestraling bestaat er een kleine kans op radiopneumonitis. Dit uit zich meestal in een droge hoest die aanleiding kan geven tot kortademigheid. Er treedt hierbij geen koorts op. Contacteer je behandelende arts indien je deze klachten ervaart. Dit is in principe tijdelijk en wordt behandeld met corticosteroïden onder de vorm van een inhalator (puffer) of tabletjes.
- Pijnlijke rib: Deze pijnklachten ontstaan eerder pas enkele maanden tot 2 jaar na de behandeling en treden eerder bij de minderheid van de gevallen op. Hiervoor kan je tijdelijk pijnstillers innemen.
- Slikklachten: Als je slokdarm in het bestralingsgebied ligt, kan je tijdelijk pijn krijgen bij het slikken door irritatie van de slijmvliezen.
- Roodheid van de behandelde huid en jeuk: Ga niet in de zon met de behandelde huid tijdens de hele behandeling en gebruik tot een paar maanden na de behandeling zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor.
Als je last krijgt van bijwerkingen, bespreek deze dan met je behandelend arts. Vaak is er iets aan de klachten te doen.
Opvolging na de behandeling
Extra aandachtspunten
- Bestraling kan ernstige gezondheidsschade toebrengen aan een foetus. Daarom mag je zeker niet zwanger zijn of worden tijdens de bestralingsbehandeling. Breng de arts onmiddellijk op de hoogte bij een mogelijke zwangerschap, ook als deze nog niet bevestigd is.
- Breng ons op de hoogte als je een pacemaker / defibrillator / neurostimu-lator of een ander elektronisch apparaat in het lichaam draagt. Enerzijds kunnen door de bestralings-apparatuur elektromagnetische stoor-signalen verzonden worden die kunnen interfereren met het elektronisch apparaat in het lichaam. Anderzijds kan het apparaat schade oplopen als gevolg van de sterke energierijke straling.
Onze artsen
Heb je nog vragen?
Neem contact op met de afdeling bestraling van het Iridium Netwerk:
- ZAS Augustinus: 03/443 39 37
- Campus Vitaz: 03/760 73 86
- Campus AZ KLINA: 03/298 10 00
- ZAS Palfijn: 03/800 63 50