Behandeling: bestraling bij longtumoren
Mogelijke reacties van het lichaam op de bestralingsbehandeling
Bestraling werkt alleen in het gebied van het lichaam dat bestraald wordt. Afhankelijk van de plaats die bestraald wordt, kunnen lokaal bijwerkingen optreden. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. De ernst van eventuele bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling. Als je geen bijwerkingen hebt, betekent dit niet dat de bestraling geen resultaat heeft. Acute bijwerkingen ontstaan tijdens de bestralingen en genezen nadat de bestralingen afgerond zijn. Dit kan wel enkele weken duren.
Huidreacties
Uitwendige stralen gaan onvermijdelijk eerst door de huid alvorens het te bestralen doelvolume in het lichaam te bereiken. Door de behandeling kan de huid droger en gevoeliger worden. De bestraalde huid kan gaan jeuken. Huidreacties ontstaan gewoonlijk rond de 3de week van de behandeling. Daarna kunnen ze geleidelijk toenemen. De huid verkleurt meestal licht- tot soms donkerrood. Soms kunnen er gevoelige plaatsen ontstaan, met eventueel blaasjes en open wondjes. Alle reacties van de huid kunnen pijnlijk zijn, bijvoorbeeld bij aanraking door kleding. De huid begint zich weer te herstellen 2 à 3 weken na de laatste bestraling.
De mate waarin de huid reageert, hangt af van een aantal factoren zoals het type straling, de toegediende dosis, het feit of je al dan niet chemotherapie krijgt, en de exacte plaats van de bestraling. Meestal geeft een bestraling van de longen relatief weinig huidtoxiciteit.
Aanbevelingen:
Deze aanbevelingen gelden enkel voor de plaatsen waar je bestraald wordt. Het is niet noodzakelijk de rest van het lichaam op dezelfde manier te verzorgen. Het is aangewezen bovenstaande aanbevelingen na de behandeling te blijven toepassen tot de huid volledig hersteld is.
Ontsteking van de slijmvliezen van de slokdarm:
Bestraling irriteert de slijmvliezen van de slokdarm waardoor een ontsteking (zogenaamde oesofagitis) kan optreden. Hierdoor kan je moeite of pijn krijgen bij het slikken, zgn. dysfagie. Dit is een tijdelijk fenomeen dat typisch begint in de 2de of 3de week na start van de bestraling en kan aanhouden tot enkele weken na het stoppen van de bestraling. Frequentie en ernst hangen voornamelijk af van het bestraalde volume en de toegediende dosis. De gelijktijdige toediening van chemotherapie geeft meestal meer kans op dergelijke klachten. Verwittig je arts of verpleegkundige tijdig wanneer je hinder begint te ondervinden.
Aanbevelingen:
Prikkelhoest
Onvermijdelijk ligt een deel van de longen in het bestralingsveld. Bestraling irriteert de cellen, waardoor men last kan krijgen van hoesten. Die hoest kan zowel droog zijn als gepaard gaan met slijm en fluimen. Als je al voor de bestraling hoestte, is het mogelijk dat je tijdens de behandeling nog meer last krijgt van hoesten.
Aanbevelingen:
Vermoeidheid
De mate waarin patiënten vermoeidheidsklachten hebben varieert en hangt af van de duur en het type behandeling. Meestal spreekt men van een algemene vermoeidheid die in het begin van de behandeling af en toe aanwezig kan zijn en toeneemt naar het einde van de behandeling. De vermoeidheid kan nog enkele weken na het stoppen van de bestralingen aanslepen. Het belangrijkste is dat je naar je lichaam luistert en indien nodig bijvoorbeeld een middagpauze inlast. Probeer een normaal dagritme aan te houden, indien dit enigszins mogelijk is.
Late effecten
Buiten deze bijwerkingen die tijdens en kort na de bestraling optreden, kunnen bestralingen ook bijwerkingen hebben die pas maanden tot jaren later duidelijk worden. Deze hebben veel minder de neiging om over te gaan. Je kan dit zien als een soort van littekenvorming. De meeste aandacht gaat naar de eventuele bijwerkingen op de longen en het ruggenmerg.
Elke bestraling brengt een beperkt risico op secundaire tumoren in het bestraalde gebied met zich mee. Dit uit zich pas na meerdere jaren en is vooral van belang bij jongere personen. Sowieso weegt dit theoretische risico niet op tegen de noodzaak van behandeling van de huidige ziekte.
Extra aandachtspunten
Onze artsen
Heb je nog vragen?
Neem contact op met de afdeling radiotherapie van het Iridium Netwerk:
- Campus Sint-Augustinus: 03/443 39 37
- Campus Vitaz: 03/760 73 86
- Campus AZ KLINA: 03/298 10 00
- Campus ZNA Jan Palfijn: 03/800 63 50
Deze websitepagina werd met zorg samengesteld en is zuiver informatief van aard. Aangezien de medische wetenschap zeer snel evolueert, kunnen geen garanties worden geboden m.b.t. de volledigheid van de inhoud van deze websitepagina. De informatie op deze websitepagina is algemeen van aard en dient te worden begrepen als aanvulling op de specifieke (mondelinge) informatie van de behandelend arts.
De medische praktijk is geen exacte wetenschap, waardoor een opsomming van mogelijke complicaties op deze websitepagina nooit volledig kan zijn. Door de arts kan geen verbintenis worden aangegaan over het uiteindelijke resultaat van de beschreven behandeling.