Iridium
    Je lijkt een browser te gebruiken die niet wordt ondersteund

    Verouderde browsers kunnen je computer blootstellen aan veiligheidsrisico's. Om onze site optimaal te kunnen gebruiken, moet je upgraden naar een nieuwere browser.

    Palliatief

    Het doel van een palliatieve bestraling is het verminderen of wegnemen van klachten, zoals pijn, bloedingen of kortademigheid. Wij richten ons hierbij primair op de verbetering van comfort en levenskwaliteit.

    Meestal voorzien we een korte reeks bestralingen, bv. eenmalig of een reeks van 5 bestralingen. De bestraling kan indien nodig in sommige gevallen worden herhaald.

    Iridium palliatieve zorg

    Palliatieve bestraling

    We geven hier een aantal aanbevelingen die kunnen helpen om problemen te voorkomen of bepaalde ongemakken te beperken. Wens je meer uitleg of heb je specifieke vragen? Aarzel dan niet om de arts of verpleegkundige hierover aan te spreken. Ze zullen jou graag helpen.

    Mogelijke reacties van het lichaam op de bestralingsbehandeling

    Bestraling werkt alleen in het gebied van het lichaam dat bestraald wordt. Afhankelijk van de bestraalde plaats, kunnen plaatselijk bijwerkingen optreden. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. De ernst van eventuele bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling: als je geen bijwerkingen heeft, betekent dat niet dat de radiotherapie geen resultaat heeft. Acute bijwerkingen ontstaan tijdens de bestralingen en genezen na afronding ervan. Dit kan wel enkele weken duren.


    Pijn
    Indien je bestraald wordt omwille van een pijnlijke uitzaaiing in het bot, kan het zijn dat je de eerste dagen na deze bestraling tijdelijk meer pijn voelt en meer pijnmedicatie moet innemen. Dat komt omdat er door deze bestraling als reactie een zwelling kan ontstaan rondom de uitzaaiing. Na enkele dagen trekt de pijn weg en het pijnstillende effect van de bestraling zou duidelijk moeten worden na ongeveer 1 tot 2 weken na de bestraling. Maar kan in sommige gevallen meerdere weken op zich laten wachten.
    Maag-darm klachten
    Indien je op het bekken bestraald wordt, kan het zijn dat je de dagen na de bestraling last heeft van darmprikkeling en frequentere, lossere stoelgang. Dit kan 1-2 weken aanhouden.
    Aanbevelingen:
    • Drink voldoende, minstens 1,5 liter per dag.
    • Vermijd producten die de darmen kunnen prikkelen, zoals: grote en vetrijke maaltijden, koffie, alcohol, sommige fruitsoorten (o.a. pruimen, sinaasappels) en gasvormende producten.
    • De arts kan bij onvoldoende effect loperamide (Imodium®) voorschrijven.
    Misselijkheid en braken
    Indien de bestraling in de maagregio gegeven wordt, kunnen misselijkheid en braken optreden. Er wordt dan gewoonlijk preventief een comprimé Ondansetron (Zofran®) voorgeschreven.
    Sliklast
    Bestralingen op het lichaam waarbij (een deel van) de keel en/of slokdarm mee bestraald wordt, kunnen de slijmvliezen van de keel en/of slokdarm irriteren, waardoor een ontsteking kan optreden. Daardoor kan je wat irritatie krijgen bij het slikken. Dit is een tijdelijk fenomeen, dat binnen één tot enkele weken vanzelf verdwijnt.
    Aanbevelingen:
    • Als je last hebt met slikken, kan je een lichte pijnstiller nemen (Dafalgan®, Perdolan®,...).
    • Om lokaal de pijn te verzachten kan je voor het eten een soeplepel Syngel® innemen (op voorschrift van uw arts).
    • Tijdens de behandeling is een energie- en eiwitrijke voeding aangewezen, met kleine frequente maaltijden. Pas indien nodig de consistentie aan. Bespreek met de diëtiste welke voeding het meest aangewezen is in functie van uw klachten t.g.v. de bestraling.
    Prikkelhoest
    Indien een deel van de longen in het bestralingsveld ligt, kan er irritatie van de luchtpijp of de longblaasjes optreden, waardoor je last kan krijgen van hoesten. Die hoest kan zowel droog zijn als gepaard gaan met een productie van slijm en fluimen. Als je reeds voor de bestraling hoestte, is het mogelijk dat je tijdens de behandeling tijdelijk nog meer last krijgt van hoesten.
    Aanbevelingen:
    • Zorg voor zo weinig mogelijk stof in de omgeving dat de luchtwegen kan prikkelen. M.a.w. vermijd spuitbussen, zoals haarsprays, deodorants, luchtverfrissers, ...
    • Stop met roken en vraag ook de andere mensen in jouw aanwezigheid niet meer te roken.
    • Vermijd het gebruik van poeders zoals make-up, talkpoeder, enz.
    Huidreacties
    Door de behandeling kan de huid droger en gevoeliger worden. De bestraalde huid kan gaan jeuken. Tot enige tijd na het beëindigen van de behandeling kan de huid verkleurd blijven en kan ze afschilferen. De mate waarin de huid reageert, hangt af van een aantal factoren zoals het type straling en de gebruikte energie, de toegediende dosis, het feit of je al dan niet chemotherapie hebt gekregen, en de plaats van de bestraling. De meeste huidreacties genezen binnen 2-3 weken.
    Aanbevelingen:
    Deze aanbevelingen gelden enkel voor de plaatsen waar je bestraald wordt. Het is niet noodzakelijk de rest van het lichaam op dezelfde manier te verzorgen. Het is aangewezen onderstaande aanbevelingen na de behandeling te blijven toepassen tot de huid volledig hersteld is.
    • Smeer de huid in met een vochtinbrengende crème (Flamigel® krijg je eventueel mee op simulatie). Ook bij jeuk of een erg droge huid kan je deze crème gebruiken. Wij raden je aan om de crème al vanaf de eerste dag van de bestraling tot maximum tweemaal per dag aan te brengen op de bestraalde huid. De crème is aangenaam in gebruik, absorbeert snel en veroorzaakt geen vetvlekken. Er zijn ook alternatieven zoals bv Lipikar® of Cicaplast®.
    • Gebruik liever lauw dan warm water bij het wassen. Warm water maakt de huid namelijk droger.
    • Kies een vochtinbrengende zeep met een neutrale pH (zuurgraad).
    • Vermijd krabben of wrijven bij een branderig of jeukend gevoel.
    • Vermijd kleding die schuurt of knelt. Loszittende kledij is aan te raden. Draag liefst katoenen kleding als deze rechtstreeks in contact komt met de bestraalde huid.
    Haarverlies
    Bij radiotherapie ter hoogte van de schedel of behaarde huid kan in een uitzonderlijk geval enige haaruitval optreden. Het eventuele haarverlies begint meestal 3 tot 4 weken na de start van de behandeling. Je zal het haarverlies vooral merken tijdens het kammen of borstelen en op jouw hoofdkussen. Het haarverlies is meestal van tijdelijke aard. Meestal begint het haar 2 tot 3 maanden na het einde van de behandeling opnieuw te groeien, soms vroeger.


    Bestralingen op de hersenen

    Deze bestraling kan leiden tot hoofdpijn, misselijkheid/braken en duizeligheid. Dat kan wijzen op een verhoogde druk in de hersenen en moet men zeker melden aan de arts. Indien nodig zal de arts medicatie opstarten of aanpassen. 
    Ook indien er neurologische klachten (zoals bv. verminderd zicht of verminderde kracht in de ledematen) zouden ontstaan of indien de reeds bestaande neurologische klachten zouden toenemen tijdens de bestraling, moet je dat zeker melden aan jouw arts.

    Deze behandeling veroorzaakt ook volledige kaalheid t.h.v. de hoofdhuid (niet in het gelaat). Zie hiervoor onder het stukje “Haarverlies”.

    De behandeling kan ook belangrijke vermoeidheidsklachten geven. Deze klachten kunnen nog een paar weken na het stoppen van de bestralingen aanslepen. Het belangrijkste is dat je naar je lichaam luistert en zo nodig een pauze inlast.

    Radiotherapie kan ernstige gezondheidsschade toebrengen aan een foetus. Om die reden mag men beslist niet zwanger zijn of worden tijdens de bestralingsbehandeling. Bij een mogelijke zwangerschap – ook als deze nog niet bevestigd is – dien je altijd onmiddellijk je arts te verwittigen.

    Onze artsen

    thoracaal, borst
    • 1st January, 2017

    prof.dr. Charlotte Billiet


    urologie, borst
    • 1st January, 2017

    dr. Guido Buelens


    thoracaal, borst
    • 1st January, 2017

    dr. Christel De Pooter


    urologie
    • 1st January, 2017

    prof. dr. Piet Dirix


    borst, centraal zenuwstelsel
    • 1st January, 2017

    dr. Katrien Erven


    borst, hoofd-hals
    • 1st January, 2017

    dr. Yasmyne Geussens


    thoracaal, maag-darm, borst, urologie, centraal zenuwstelsel, hoofd-hals, huid, gynaecologie, hematologie
    • 1st January, 2017

    dr. Philippe Huget


    borst
    • 1st January, 2017

    dr. Petra Janssens


    maag-darm, gynaecologie
    • 1st January, 2017

    prof.dr. Ines Joye


    borst, huid, gynaecologie, hematologie, weke delen
    • 1st January, 2017

    Prof. dr. Melanie Machiels


    centraal zenuwstelsel, hematologie
    • 1st January, 2017

    prof. dr. Paul Meijnders


    maag-darm, hoofd-hals, huid
    • 1st January, 2017

    dr. Nathalie Meireson


    hoofd-hals, hematologie, weke delen
    • 1st January, 2017

    prof.dr. Daan Nevens


    borst
    • 1st January, 2017

    prof. dr. Philip Poortmans


    thoracaal, maag-darm, borst, urologie, centraal zenuwstelsel, hoofd-hals, huid, gynaecologie, hematologie
    • 1st January, 2017

    dr. Stéphanie Smet


    thoracaal, huid, urologie
    • 1st January, 2017

    dr. Frederik Vandaele


    huid, borst, maag-darm, gynaecologie
    • 1st January, 2017

    dr. Sabine Vanderkam


    hoofd-hals
    • 1st January, 2017

    dr. Hilde Verstraete


    gynaecologie, hematologie, borst, centraal zenuwstelsel, maag-darm
    • 1st January, 2017

    dr. Reinhilde Weytjens


    gynaecologie, hematologie, borst, centraal zenuwstelsel, maag-darm
    • 1st January, 2017

    dr. Carole Mercier


    urologie
    • 1st January, 2017

    prof. dr. Piet Ost


    Heb je nog vragen?

    Neem contact op met de afdeling radiotherapie van het Iridium Netwerk:   
     

    • Campus Sint-Augustinus: 03/443 39 37
    • Campus Vitaz: 03/760 73 86 
    • Campus AZ KLINA: 03/298 10 00 
    • Campus ZNA Jan Palfijn: 03/800 63 50

    Deze websitepagina werd met zorg samengesteld en is zuiver informatief van aard. Aangezien de medische wetenschap zeer snel evolueert, kunnen geen garanties worden geboden m.b.t. de volledigheid van de inhoud van deze websitepagina. De informatie op deze websitepagina is algemeen van aard en dient te worden begrepen als aanvulling op de specifieke (mondelinge) informatie van de behandelend arts.

    De medische praktijk is geen exacte wetenschap, waardoor een opsomming van mogelijke complicaties op deze websitepagina nooit volledig kan zijn. Door de arts kan geen verbintenis worden aangegaan over het uiteindelijke resultaat van de beschreven behandeling.

    • Iridium Netwerk vzw • Oosterveldlaan 22 • 2610 Antwerpen • BE 0885.546.553 RPR Antwerpen • +32 3 443 37 37 • secretariaat@iridiumnetwerk.be • www.iridiumnetwerk.be
      AZ Klina • AZ Monica • AZ Rivierenland • AZ Voorkempen • GZA Ziekenhuizen • UZA • Vitaz • ZNA

    • Disclaimer
    • Cookies
    • Privacy