Iridium
    Je lijkt een browser te gebruiken die niet wordt ondersteund

    Verouderde browsers kunnen je computer blootstellen aan veiligheidsrisico's. Om onze site optimaal te kunnen gebruiken, moet je upgraden naar een nieuwere browser.

    Iridium huidtumoren

    Bestraling van huidtumoren

    Mogelijke reacties van het lichaam op de bestralingsbehandeling

    Bestraling werkt alleen in het gebied van het lichaam dat bestraald wordt. Afhankelijk van de plaats die bestraald wordt, kunnen lokaal bijwerkingen optreden. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. De ernst van eventuele bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling. Als je geen bijwerkingen hebt, betekent dit niet dat de bestraling geen resultaat heeft. Acute bijwerkingen ontstaan tijdens de bestralingen en genezen nadat de bestralingen afgerond zijn. Dit kan wel enkele weken duren.


    Huidreacties
    Door de behandeling kan de huid droger en gevoeliger worden. De bestraalde huid kan gaan jeuken. Tot enige tijd na het beëindigen van de behandeling kan de huid verkleurd blijven en kan ze afschilferen. De mate waarin de huid reageert, hangt af van een aantal factoren zoals het type straling en de gebruikte energie, de toegediende dosis, het feit of je al dan niet chemotherapie hebt gekregen, en de plaats van de bestraling. Alle reacties van de huid kunnen pijnlijk zijn, bijvoorbeeld bij aanraking door kleding.

    Huidreacties ontstaan gewoonlijk rond de 3e week na start van de behandeling. Daarna kunnen ze geleidelijk toenemen. De huid verkleurt meestal licht- tot soms donkerrood. Soms kunnen er gevoelige plaatsen ontstaan, met eventueel blaasjes en open wondjes. In het ergste geval kunnen de open wondjes vervloeien tot grote, vochtige plekken.

    Deze laatste klachten treden vooral op in de huidplooien (plooien in de hals, in de oksels, onder de borsten, ...) en kunnen, zelfs na het beëindigen van de bestralingsbehandeling, nog verergeren.
    Lichte huidreacties genezen vanaf 1 à 2 weken na de behandeling, hevigere huidreacties genezen vanaf 2 à 4 weken na de behandeling. De huidverkleuring verbleekt geleidelijk na enkele weken tot maanden.

    Er maakt een gespecialiseerde wondzorgverpleegkundige deel uit van ons team. De verpleging en/of de arts kunnen je naar haar verwijzen. Zij kan dan samen met de arts over de gepaste (thuis)verzorging beslissen.
    Aanbevelingen:
    Deze aanbevelingen gelden enkel voor de plaatsen waar je bestraald wordt. Het is niet noodzakelijk de rest van het lichaam op dezelfde manier te verzorgen.

    Tijdens de bestralingsbehandeling:
    • Bescherm de huid tegen bijkomende irritatie, verwondingen en ontstekingen zolang de behandeling duurt en dit tot de huid volledig genezen is.
    • Smeer de huid in met een vochtinbrengende crème. Je krijgt Flamigel® mee op de simulatie. Ook bij jeuk of een erg droge huid kan je deze crème gebruiken. Wij raden aan de crème al vanaf de eerste dag van de bestraling tot maximaal tweemaal per dag aan te brengen op de bestraalde huid. De crème is aangenaam in gebruik, absorbeert snel en veroorzaakt geen vetvlekken.
    • Gebruik liever lauw dan warm water bij het wassen. Warm water maakt de huid namelijk droger.
    • Kies een vochtinbrengende zeep met een neutrale pH.
    • Was de huid voorzichtig met een zacht washandje, dep zachtjes in plaats van te wrijven. Ook drogen doet men best voorzichtig en deppend. Houd de huidplooien droog.
    • Gebruik geen warmwaterkruik of een elektrisch kussen.
    • Vermijd krabben of wrijven bij een branderig of jeukend gevoel.
    • Een koud washandje of een gelkussentje, dat in de koelkast gelegen heeft, kunnen helpen. Wikkel het koude gelkussen in een doek voor je het tegen de huid plaatst.
    • Vermijd kleding die schuurt of knelt. Loszittende kledij is aan te raden. Draag liefst katoenen kleding als deze rechtstreeks in contact komt met de bestraalde huid.
    • Bescherm de huid tegen rechtstreeks zonlicht. Zonneproducten houden de zon niet volledig tegen en kunnen bovendien irritatie veroorzaken.
    Tijdens de eerste weken na de behandeling: 
    • Het is aangewezen bovenstaande aanbevelingen na de behandeling te blijven toepassen tot de huid volledig hersteld is.
    Tot één jaar na de behandeling:
    • Bescherm de huid tegen direct zonlicht. Gebruik een zonneproduct met factor 30 of hoger wanneer de huid blootgesteld wordt aan de zon.
    Vermoeidheid
    De mate waarin patiënten vermoeidheidsklachten hebben varieert en hangt af van de duur en het type behandeling. Meestal spreekt men van een algemene vermoeidheid die in het begin van behandeling af en toe aanwezig kan zijn en toeneemt naar het einde van de behandeling. De vermoeidheid kan nog enkele weken na stop van de bestraling aanslepen. Het belangrijkste is dat je naar je lichaam luistert en zo nodig bijvoorbeeld een middagpauze inlast. Probeer, als dat kan, een normaal dagritme aan te houden.


    Late effecten

    Buiten deze bijwerkingen die tijdens en kort na de bestraling optreden, hebben stralen ook bijwerkingen die pas maanden tot jaren later duidelijk worden. Deze hebben veel minder de neiging om over te gaan. Je kan dit zien als een soort van littekenvorming.
    • Huid: De huid kan wat donkerder van kleur worden en bloedvaatjes in de huid kunnen wat duidelijker zichtbaar worden. Ook het vetweefsel kan wat vaster aanvoelen. Er kan bindweefsel in de huid groeien (fibrose) waardoor de huid harder en stugger kan worden. Soms wordt de huid juist dunner en kwetsbaarder.
    Elke bestraling brengt een beperkt risico op secundaire tumoren in het bestraalde gebied met zich mee. Dit uit zich pas na meerdere jaren en is vooral van belang bij jongere personen. Sowieso weegt dit theoretische risico niet op tegen de noodzaak van behandeling van de huidige ziekte.


    Extra aandachtspunten

    • Bestraling kan ernstige gezondheidsschade toebrengen aan een foetus. Daarom mag je zeker niet zwanger zijn of worden tijdens de bestralingsbehandeling. Breng de arts onmiddellijk op de hoogte bij een mogelijke zwangerschap, ook als deze nog niet bevestigd is.
    • Breng ons op de hoogte als je een pacemaker / defibrillator / neurostimulator of een ander elektronisch apparaat in het lichaam draagt. Enerzijds kunnen door de bestralingsapparatuur elektromagnetische stoorsignalen verzonden worden die kunnen interfereren met het elektronisch apparaat in het lichaam. Anderzijds kan het apparaat schade oplopen als gevolg van de sterke energierijke straling.

    Onze artsen

    Heb je nog vragen?

    Neem contact op met de afdeling radiotherapie van het Iridium Netwerk:   
     

    • Campus Sint-Augustinus: 03/443 39 37
    • Campus Vitaz: 03/760 73 86 
    • Campus AZ KLINA: 03/298 10 00 
    • Campus ZNA Jan Palfijn: 03/800 63 50

    Deze websitepagina werd met zorg samengesteld en is zuiver informatief van aard. Aangezien de medische wetenschap zeer snel evolueert, kunnen geen garanties worden geboden m.b.t. de volledigheid van de inhoud van deze websitepagina. De informatie op deze websitepagina is algemeen van aard en dient te worden begrepen als aanvulling op de specifieke (mondelinge) informatie van de behandelend arts.

    De medische praktijk is geen exacte wetenschap, waardoor een opsomming van mogelijke complicaties op deze websitepagina nooit volledig kan zijn. Door de arts kan geen verbintenis worden aangegaan over het uiteindelijke resultaat van de beschreven behandeling.

    • Iridium Netwerk vzw • Oosterveldlaan 22 • 2610 Antwerpen • BE 0885.546.553 RPR Antwerpen • +32 3 443 37 37 • secretariaat@iridiumnetwerk.be • www.iridiumnetwerk.be
      AZ Klina • AZ Monica • AZ Rivierenland • AZ Voorkempen • GZA Ziekenhuizen • UZA • Vitaz • ZNA

    • Disclaimer
    • Cookies
    • Privacy