Behandeling maagtumoren
Maagkanker ontstaat wanneer cellen in de maag zich ongecontroleerd vermenigvuldigen en een kwaadaardig gezwel vormen. De meeste maagkankers (90 tot 95 %) zijn adenocarcinomen; dat is een type kanker dat ontstaat in het slijmvlies van de maag.
In het kader van jouw behandeling voor een maagtumor is uitwendige bestraling noodzakelijk. Deze uitwendige bestraling kan eventueel gecombineerd worden met systeemtherapie (vb. chemotherapie). Vraag hierover meer informatie bij je behandelende oncoloog.
Bestraling van maagtumoren
Simulatie
Voor aanvang van de bestraling vindt de voorbereiding of simulatie plaats. Voor de simulatie moet je nuchter zijn tenzij anders vermeld door de arts. Je mag nog een licht ontbijt nemen ten laatste 4 uur en nog drinken ten laatste 1 uur voor de simulatie.
Voor de bestraling zelf dien je eveneens nuchter te zijn (ten laatste 4u voor de bestralingssessie), tenzij anders vermeld door de arts. Een glaasje water drinken 1u voor je afspraak kan geen kwaad.
Het kan zijn dat de arts je preventief Litican of Primperan voorschrijft om misselijkheid door de bestraling te voorkomen. Je kan dit 1u voor elke bestralingssessie nemen. Bij persisterende misselijkheid kan dit, zo nodig, herhaald worden tot 3x 2co/dag.
Mogelijke reacties van het lichaam op de bestralingsbehandeling
Bestraling werkt alleen in het gebied van het lichaam dat bestraald wordt. Afhankelijk van de plaats die bestraald wordt, kunnen lokaal bijwerkingen optreden. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. De ernst van eventuele bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling. Als je geen bijwerkingen ervaart, betekent dit niet dat de radiotherapie geen resultaat heeft. Acute bijwerkingen ontstaan tijdens de bestralingen en genezen nadat de bestralingen afgerond zijn. Dit kan wel enkele weken duren.
Huidreacties
Uitwendige stralen gaan onvermijdelijk eerst door de huid alvorens het te bestralen doelvolume in het lichaam te bereiken. Door de behandeling kan de huid droger en gevoeliger worden. De bestraalde huid kan gaan jeuken. Huidreacties ontstaan gewoonlijk rond de 3de week van de behandeling. Daarna kunnen ze geleidelijk toenemen. De huid verkleurt meestal licht- tot soms donkerrood. Soms kunnen er gevoelige plaatsen ontstaan, met eventueel blaasjes en open wondjes.
Alle reacties van de huid kunnen pijnlijk zijn, bijvoorbeeld bij aanraking door kleding. De huid begint zich weer te herstellen 2 à 3 weken na de laatste bestraling.
De mate waarin de huid reageert, hangt af van een aantal factoren zoals het type straling, de toegediende dosis, het feit of men al dan niet chemotherapie krijgt, en de exacte plaats van de bestraling. Meestal geeft een bestraling van slokdarmtumoren relatief weinig huidtoxiciteit.
Aanbevelingen:
Deze aanbevelingen gelden enkel voor de plaatsen waar men bestraald wordt. Het is niet noodzakelijk de rest van het lichaam op dezelfde manier te verzorgen.
Tijdens de bestralingsbehandeling:
Tijdens de eerste weken na de behandeling:
Tot één jaar na de behandeling:
Ontsteking van de slijmvliezen van keel en slokdarm
Radiotherapie irriteert de slijmvliezen waardoor een ontsteking (zogenaamde mucositis) kan optreden. Hierdoor kan je moeite krijgen met slikken, zogenaamde dysfagie. Dit is een tijdelijk fenomeen dat typisch begint in de 2de of 3de week van de bestralingen en kan aanhouden tot enkele weken na het stoppen van de radiotherapie. Frequentie en de ernst ervan hangen voornamelijk af van het bestraalde volume en de toegediende dosis.
De gelijktijdige toediening van chemotherapie zal deze klachten meestal verergeren. Verwittig de arts of verpleegkundige dan ook tijdig wanneer je hinder begint te ondervinden.
Aanbevelingen:
Gastro-intestinale klachten
Door de bestraling van de maag en omgevende organen kan er belangrijke misselijkheid met braken ontstaan. De periode van misselijkheid en braken begint meestal 1 tot 2 uur na de bestraling en bereikt haar hoogtepunt 12 uur na de bestraling. Op de dagen dat je wordt bestraald, zal je je gewoonlijk beter voelen. De misselijkheid verdwijnt meestal zeer snel nadat de bestralingen zijn gestopt.
Ook kan er meer algemene gastro-intestinale last ontstaan met buikpijn en/of krampen, alsook frequentere en lossere stoelgang. Eventueel kan er ook slijm- en, in sommige gevallen, bloedbijmenging optreden. Deze algemene gastro-intestinale last start meestal vanaf de 3de of 4de week van de bestralingen en kan wel tot enkele weken na het stoppen ervan aanslepen. Door misselijkheid en/of diarree, eventueel in combinatie met de eerder vermelde mucositis, kan de eetlust sterk verminderen.
Aanbevelingen:
Vermoeidheid
De mate waarin patiënten vermoeidheidsklachten hebben varieert en hangt af van de duur en het type behandeling. Meestal spreekt men van een algemene vermoeidheid die in het begin van behandeling af en toe aanwezig kan zijn en toeneemt naar het einde van de behandeling. De vermoeidheid kan nog enkele weken na stop van de bestralingen aanslepen. Het belangrijkste is dat men naar het lichaam luistert en zo nodig bijvoorbeeld een middagpauze inlast. Probeer, indien mogelijk, een normaal dagritme aan te houden.
Late effecten
Buiten deze bijwerkingen die tijdens en kort na de bestraling optreden, hebben stralen ook bijwerkingen die pas maanden tot jaren later duidelijk worden. Deze hebben veel minder de neiging om over te gaan. Men kan dit zien als een soort van littekenvorming.
Elke bestraling brengt een beperkt risico op secundaire tumoren in het bestraalde gebied met zich mee. Dit uit zich pas na meerdere jaren en is vooral van belang bij jongere personen. Sowieso weegt dit theoretische risico niet op tegen de noodzaak van behandeling van de huidige ziekte.
Extra aandachtspunten
Onze artsen
maag-darm, gynaecologie
- 1st January, 2017
prof.dr. Ines Joye
Details en info
maag-darm, hoofd-hals, huid
- 1st January, 2017
dr. Nathalie Meireson
Details en info
huid, borst, maag-darm, gynaecologie
- 1st January, 2017
dr. Sabine Vanderkam
Details en info
gynaecologie, hematologie, borst, centraal zenuwstelsel, maag-darm
- 1st January, 2017
dr. Reinhilde Weytjens
Details en info
Heb je nog vragen?
Neem contact op met de afdeling radiotherapie van het Iridium Netwerk:
- Campus Sint-Augustinus: 03/443 39 37
- Campus Vitaz: 03/760 73 86
- Campus AZ KLINA: 03/298 10 00
- Campus ZNA Jan Palfijn: 03/800 63 50
Deze websitepagina werd met zorg samengesteld en is zuiver informatief van aard. Aangezien de medische wetenschap zeer snel evolueert, kunnen geen garanties worden geboden m.b.t. de volledigheid van de inhoud van deze websitepagina. De informatie op deze websitepagina is algemeen van aard en dient te worden begrepen als aanvulling op de specifieke (mondelinge) informatie van de behandelend arts.
De medische praktijk is geen exacte wetenschap, waardoor een opsomming van mogelijke complicaties op deze websitepagina nooit volledig kan zijn. Door de arts kan geen verbintenis worden aangegaan over het uiteindelijke resultaat van de beschreven behandeling.